Wanneer het winterweer toeslaat, zorgt de technische dienst ervoor dat onze wegen, fietspaden en belangrijke plaatsen veilig en begaanbaar blijven. We strooien met zout (en/of pekel), die niet alleen dient om sneeuw en ijs weg te ruimen, maar ook om gladheid te voorkomen. Zo kunnen we preventief optreden wanneer vorst of ijzel voorspeld wordt, waardoor de kans op gevaarlijke situaties kleiner wordt.
Van eind november tot begin maart staat de strooidienst permanent paraat. De weersvoorspellingen van het KMI worden nauwgezet opgevolgd, zodat de ploegen tijdig kunnen uitrijden bij kans op gladheid. Er wordt enkel gestrooid tussen 5 uur ’s morgens en 22 uur ‘s avonds, omdat er ’s nachts te weinig verkeer is om het strooizout voldoende te laten inwerken.
De strooidienst werkt volgens twee vaste routes. Eerst worden de grote invalswegen en de wegen die door het openbaar vervoer gebruikt worden, aangepakt. Daarna volgen de openbare plaatsen zoals de toegangen tot de stations, de bushaltes, de scholen, de kinderdagverblijven, de kerk, het woonzorgcentrum, het sport- en jeugdcentrum en het gemeenschapscentrum.
Pas daarna komen de woonwijken en kleinere straten aan de beurt. Drukkere wegen zullen sneller ijsvrij worden dan rustige straten omdat zout beter inwerkt wanneer er overheen gereden wordt.
Voor de winterdienst beschikken we over een grote strooiwagen voor de hoofdwegen en een tractor met aangepaste strooifunctie voor smallere straten en fietspaden. Zo kan er efficiënt gewerkt worden, ook in zones waar grotere voertuigen moeilijk doorkunnen.
Hoeilaart beschikt over een ruime voorraad strooizout. Toch kan bij uitzonderlijk strenge of langdurige winterperiodes zuiniger gestrooid worden. In dat geval treedt een prioritair strooiplan in werking: eerst de hoofdwegen en daarna de overige straten.
Het zout zelf veroorzaakt nauwelijks schade aan het wegdek. De typische winterschade die na vorstperiodes optreedt, ontstaat vooral door de afwisseling van vriezen en dooien. Dooiwater sijpelt in kleine scheurtjes van het asfalt, bevriest opnieuw en zet uit, waardoor het wegdek geleidelijk beschadigd raakt.
De strooidienst strooit in het algemeen belang: openbare wegen, fietspaden en belangrijke toegangen zoals naar scholen, bushaltes en gemeentelijke gebouwen. Privéterreinen, opritten, parkings en toegangen tot woningen vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaars zelf.
Ook inwoners hebben dus een taak bij winterweer. Volgens art. 66 van het politiereglement moet iedereen het voetpad voor zijn woning sneeuw- en ijsvrij houden. Strooi zout bij ijzel en veeg sneeuw wanneer die blijft liggen. Let er wel op om sneeuw en ijs niet op de rijbaan of op het fietspad te vegen, want dat verhoogt het risico op ongevallen voor fietsers en automobilisten.
Op meer dan 80 locaties liggen er zoutzakken, zodat bewoners zelf hun straat kunnen strooien wanneer dat nodig is. Dit zout is uitsluitend bedoeld voor gebruik op de openbare weg en mag niet gebruikt worden op privédomeinen. De voorraad wordt regelmatig aangevuld.
In smalle of moeilijk toegankelijke straten is het niet altijd mogelijk of veilig voor de strooiwagen om door te rijden. Daarom vragen we aan de inwoners om goed na te denken over waar ze parkeren: in straten waar auto’s geschrankt of te dicht op elkaar staan, kan de strooiwagen de niet veilig passeren, waardoor deze straten tijdelijk niet gestrooid worden. We vragen daarom om aan één kant van de straat te parkeren.
Merk je gladde plekken op of ondervind je problemen? Neem dan contact op met de technische dienst.